Judofilosofie

In doel en mentaliteit zijn Ju Jutsu en Judo twee geheel verschillende zaken. Het voor-
naamste en enig belangrijke doel van Ju Jutsu is: de tegenstander overwinnen. Judo
daarentegen is een studie en methode van training voor geest en lichaam, met als
voornaamste oefenstof de aanval en verdediging in het gevecht van man tegen man.
De onderrichtingen die door de stichter Jigoro Kano zijn nagelaten en tot op heden
in de Kodokan worden onderwezen luiden als volgt:

Judo is het principe van het meest nuttige gebruik van geest en lichaam.
Judo beoefenen betekent: geest en lichaam ontwikkelen door het spel van
aanval en verdediging en zodoende zichzelf vervolmaken tot een harmonisch
mens om daarmee bij te dragen tot voorspoed voor alle mensen.

De twee grote formules van Jigoro Kano, de hoofdpeilers waarop het Judo steunt,
heten:
Seiryoko Zenyo: Maximum doeltreffendheid bij een minimum van inspanning.
Jita Kyoei: Voorspoed en algemeen welzijn.

JU: betekent soepel, mee- of toegeven (om te overwinnen)
DO: betekent weg of principe

"Maximum doeltreffendheid van geest en lichaam" is het middel. (Seiryoko Zenyo)
 Fundamenteel beginsel voor alle technieken van het echte Judogevecht. Elk
begrip van overwinning en nederlaag is voorbijgestreefd.
Ontwikkeling van het lichaam is de lichamelijke opvoeding.
Studie - geestelijke opvoeding - karaktervorming
Manier van eten, kleden, wonen, omgang met de mensen is de levenskunst
"Voorspoed en algemeen welzijn" is het doel. (Jita Kyoei)
 Wederzijdse meegaandheid en hulpvaardigheid.
Judo betekent dus: door eigen vervolmaking de gemeenschap verrijken.
Wederzijdse meegaandheid (soepelheid) is de weg naar voorspoed voor alle mensen.